NFC-technologie ondersteunt het veilige motortestprogramma voor de Volvo Penta

In de ontwikkelafdeling voor motorentests bij Volvo Penta in Lundby heeft de kwaliteitsbewaking de hoogste prioriteit. De wereldwijd toonaangevende leverancier van motoren voor scheepsbouw en industriële toepassingen zocht een oplossing die waarborgt dat de motoren met brandstof van de juiste kwaliteit worden getest. De sleutel was toepassing van Near Field Communication (NFC) met het CEJN identificatiesysteem CIS in combinatie met koppelingen van de serie 565 - een unieke oplossing voor de klant.

“Ook voor het volgende project zal de keuze op CEJN vallen”

Stig Lexén
Engine Testing Development, Volvo Penta

Volvo Penta maakt met ca. 1600 medewerkers deel uit van de Volvo groep. Volvo Penta houdt zich bezig met de fabricage en ontwikkeling van high-performance dieselmotoren voor de scheepsbouw en industriële toepassingen. Simon Anwell is Manager van de afdeling Engine Testing Development en waarborgt dat de juiste uitrusting aanwezig is om vast te stellen of de motoren voldoen aan de kwalificaties voor het "Certificate of Production".

Eliminatie van potentiële gevaren door kruisverbindingen

Voor verschillende markten wordt gebruik gemaakt van acht verschillende brandstofkwaliteiten. Door de brandstofcontrole uit te voeren aan prototypes en de berekening van technische gegevens, wordt gewaarborgd dat aan de eisen wordt voldaan. Stig Lexén werkt nauw samen met de afdelingen product- en motortestontwikkeling die verantwoordelijk zijn voor de delen waarmee de media worden getransporteerd en zag een potentieel risico: brandstofslangen kunnen verkeerd zijn aangesloten waardoor de motoren met een verkeerde brandstofkwaliteit worden getest. Dit leidt tot ongeldige emissiewaarden bij de beoordeling van de test waardoor de testcyclus opnieuw moet worden uitgevoerd. Opnieuw uitvoeren van de tests is kostbaar en kan leiden tot vertraging bij de motortestprojecten. "Om te waarborgen dat we testen met de juiste kwaliteit brandstof, hebben we een systeem nodig dat vóór het begin van de testcycli waarschuwt voor fouten in de selectie", legt Simon Anwell uit.

Bij de 8 verschillende brandstofleidingen die naar de testruimte leiden, bestaat een potentieel gevaar voor kruisverbindingen.

De test kan niet worden gestart wanneer de aangesloten brandstofleiding niet overeenkomt met de verwachte brandstofleiding.

De koppeling is uitgerust met een elektronische identificatie van koppeling en nippel waarmee het mogelijk is om te controleren of de juiste brandstofleiding is aangesloten.

Eerste prototype binnen twee maanden

Het zag er in eerste instantie naar uit dat een geautomatiseerde oplossing de juiste manier zou zijn om te waarborgen dat de juiste brandstof in de juiste motor wordt getest maar na een zorgvuldige vergelijking met andere testapparatuur werd duidelijk dat de technici het systeem dan handmatig zouden moeten bedienen.
Er lagen verschillende voorstellen op tafel maar geen daarvan leek in staat om een oplossing te leveren. Tijdens een industriebeurs in Göteborg kwam Volvo Penta - op zoek naar kwaliteit, robuustheid en stabiliteit - in contact met CEJN, die de taak op zich nam. Een week later onderzocht het CEJN-Engineering team de alternatieven in de Volvo Penta vestiging. De ontwikkeling verliep vlot en al twee maanden later werd het eerste prototype in gebruik genomen. “Voor ons heeft de software het meeste tijd in beslag genomen. CEJN had de koppeling al vroeg in het proces voorbereid“, aldus Stig Lexén.

Elektronische identificatie voor het waarborgen van de “Poka-Yoke”

Om te beginnen werden er twee sets van de oplossing in de brandstofkast ingebouwd om de hard- en software te testen. Volvo Penta schakelde tenslotte over op vlakke koppelingen van de serie CEJN 565 met geïntegreerd CEJN-identificatiesysteem. Elke nippel is voorzien van een tag met een individueel identificatie ID. Zodra de koppeling met de nippel is verbonden, leest de lezer in de koppeling de ID en verstuur het CIS-apparaat de signalen om te waarborgen dat de juiste motor met de juiste kwaliteit brandstof is verbonden. Wanneer een verkeerd type brandstof is aangesloten, verschijnt er een duidelijke melding op het beeldscherm en kan de testsequentie niet worden gestart - Poka-Yoke. De oplossing is een kwaliteitsverbetering: "Het is nu niet mogelijk om met de verkeerde brandstof te werken", voegt Simon Anwell toe en bevestigt dat kwaliteit, levensduur en duurzaamheid de kernwaarden voor Volvo Penta vormen.

Een vereenvoudigde testprocedure

De grootst mogelijk meetnauwkeurigheid is voor Volvo Penta uiterst belangrijk en de nieuwe koppeling vereenvoudigt de testprocedure van de motoren: "We willen alles eenvoudig houden en elk risico op menselijke fouten uitstuiten", legt Simon Anwell uit. Nadat de uitvinding in twee van de testkasten is ingebouwd, zijn er nu nog 11 kasten in productie.

Voor de toekomst van dit project worden de kasten uitgerust met CEJN CIS. Volvo Penta is al langer klant van CEJN maar hoofdzakelijk in het segment perslucht en Stig Lexén sluit CEJN niet uit als potentiële partner voor toekomstige projecten: "Ook bij het volgende project zal de keuze op CEJN vallen" en Simon Anwell voegt toe: "Ze leveren op tijd, luisteren en begrijpen onze behoeften". Beiden zijn tevreden met de ontwikkeling van de samenwerking. Het is een spannend project, zowel voor ons als voor CEJN en het zal zeker interessant zijn om in de gaten te houden hoe de nabije toekomst eruit ziet.

Engineering oplossingen van CEJN

De afdeling Engineering van CEJN werkt aan speciale oplossingen. Onze toepassingsexperts zetten de behoeften van de klant om in praktische oplossingen waarbij een constructeur de bron vormt voor maatwerk prototypes, kleine series en speciale materialen. De visie wordt omgezet in een fysiek product, gevolgd door strenge kwaliteitscontroles. We blijven nauw in contact met onze klant en maken gebruik van snelle processen om aan de behoeften van de klant te voldoen.