Onderhoudsadvies

Om de werking, kwaliteit en levensduur van een koppeling te garanderen, moet deze correct worden behandeld.

Onderhoudsadvies voor pneumatische koppelingen en nippels:
  • Houd de koppeling en nippel schoon en vrij van overtollig vocht.
  • Vermijd impact aan de voorzijde van de koppeling en nippel.
  • Zorg er voor dat de koppeling goed afsluit en dat alle bewegende delen goed zijn gesmeerd.
  • Controleer de nippels op regelmatige basis. Vervang ze als ze zwaar zijn versleten of ingesleten. Versleten nippels leiden tot grotere slijtage aan de koppelingen.
  • Kies de correcte aansluiting voor de toepassing. Overmaatse aansluitingen kunnen onnodige slijtage aan de koppeling tot gevolg hebben.
  • Neem bij het gebruik van grote trilgereedschappen, zoals luchtsleutels of klinkhamers, een korte slang tussen het gereedschap en de koppeling.
  • Gebruik alleen schone lucht van hoge kwaliteit.
Onderhoudsadvies voor vloeistofkoppelingen en nippels:
  • Bewaar de koppeling en nippel schoon en droog. Stof en vreemde stoffen kunnen lekkage veroorzaken.
  • Vermijd impact aan de voorzijde van de koppeling en nippel.
  • Controleer de afdichting van de koppeling en zijn bewegende delen regelmatig. Vervang de koppeling indien nodig.
  • Controleer de nippels op regelmatige basis. Vervang ze als ze zwaar zijn versleten of ingesleten. Versleten nippels leiden tot grotere slijtage aan de koppelingen.
  • Kies de correcte aansluiting voor de toepassing. Overmaatse aansluitingen kunnen onnodige slijtage aan de koppeling tot gevolg hebben. 
  • Vermijd te vast aandraaien bij de installatie van koppelingen en nippels.
Onderhoudsadvies voor hydraulische koppelingen en nippels:
  • Koppelingsproducten nooit overbelasten. Raadpleeg de catalogus voor de maximale werkdruk. De vermelde minimum barstdrukken zijn alleen geldig voor producten die niet zijn blootgesteld aan overbelasting, stoten, corrosie etc. Oneigenlijk gebruik van koppelingsproducten kan leiden tot menselijk verwonding of overlijden en materiële schade.
  • Bewaar de koppeling en nippel schoon en droog. Veeg deze af voor aansluiting.
  • Plaats de stofkappen op de koppeling en nippel wanneer ze losgekoppeld zijn. 
  • Vermijd impact aan de voorzijde van de koppeling en nippel.
  • Controleer de afdichting van de koppeling en zijn bewegende delen regelmatig. Vervang de koppeling indien nodig. 
  • Controleer de nippels op regelmatige basis. Vervang ze als ze zwaar zijn versleten of ingesleten. Versleten nippels leiden tot grotere slijtage aan de koppelingen. 
  • Kies de correcte aansluiting voor de toepassing. Overmaatse aansluitingen kunnen onnodige slijtage aan de koppeling tot gevolg hebben. 
  • Stofkappen kunnen met elkaar worden verbonden wanneer de koppeling en nippel zijn gekoppeld om deze vrij te houden van vuil en stof.